Skip to main content

In een tijd waarin BIM een steeds stevigere plek krijgt in de infrastructuursector, is het waardevol om even terug te kijken. Niet om nostalgisch te worden, maar om te reflecteren: waar stonden we tien jaar geleden, en wat kunnen we daarvan leren? De ontwikkeling van BIM is geen rechte lijn geweest – sommige inzichten van toen zijn vandaag de dag nog steeds actueel.

BIM in 2015: opkomende ideeën in de infra

In 2015 begon BIM langzaam terrein te winnen binnen de infrastructuur. Waar in de utiliteitsbouw al meer structuur en standaardisatie ontstond, liep de toepassing in GWW-projecten achter. Civil 3D werd wel gebruikt, maar vooral als tekenpakket, niet als informatiemodel. Het idee van centrale dataopslag, versiebeheer of modelgestuurd samenwerken begon net vorm te krijgen. IFC voor infra stond in de kinderschoenen, en het koppelen van tijd (4D) of kosten (5D) aan het model werd vooral als experiment gezien.

Toch waren er al gebruikers en teams die verder dachten dan het gangbare gebruik. Niet vanuit visie op papier, maar gewoon door het te doen.

Autodesk University Las Vegas 2016

In 2016 gaf ik, Joschy Rausch, een presentatie op Autodesk University in Las Vegas. De sessie ging over de toepassing van Closed Loop Lifecycle Management (CL2M) in infrastructurele projecten – een aanpak die modelinformatie, sensoriek en dataopslag verbindt in een gesloten informatiekringloop. In plaats van BIM als eindproduct te zien, onderzochten we hoe BIM als drager kon functioneren voor realtime informatie-uitwisseling door de hele levenscyclus van een object heen.

De sessie begon met een toelichting op CL2M als concept, ontstaan uit de evolutie van PDM (Product Data Management) naar PLM (Product Lifecycle Management), en nu dus met een feedbackloop over alle projectfasen heen. In de infra betekent dit: niet alleen ontwerpen, bouwen en beheren, maar ook het actief terugkoppelen van informatie uit de beheer- en gebruiksfase naar ontwerp en uitvoering.

Om dit tastbaar te maken, bouwde ik een fictieve ‘microwereld’ – een virtueel project met een weg, tunnel en brug – waarin alle fasen en informatiestromen gesimuleerd konden worden. Vanuit deze omgeving kon ik laten zien hoe ontwerpdata vanuit Civil 3D werden verrijkt met ID’s en metadata, opgeslagen in Vault en gekoppeld aan sensordata in Navisworks. Daarbij maakten we gebruik van verschillende methodes om data terug te voeren naar het model, waaronder RFID en LoRa-technologie, met opslag in SQL of cloudomgevingen zoals Microsoft Azure.

In Navisworks werden deze datasets visueel gemaakt door real-time gegevens te koppelen aan object-ID’s, waardoor live inzicht ontstond in bijvoorbeeld de spanning in brugliggers of de zetting in een tunnelelement. Via de appearance profiler kon kritieke informatie zichtbaar gemaakt worden in kleur, en konden afwijkingen direct gesignaleerd worden. Dit maakte het model niet alleen een communicatiemiddel, maar ook een controleruimte – een digitale ‘bouwcentrale’ waarin ontwerp, uitvoering en onderhoud samenkomen.

Wat opviel, was dat de technische stappen relatief eenvoudig waren: het modelleren van subassemblies, toekennen van ID’s, koppelen van data en visualiseren daarvan in Navisworks – allemaal met standaard tools. De grootste uitdaging zat, zoals vaak, in consistentie en samenwerking: het afspreken van ID-systematiek, het onderhouden van koppelingen, en het stroomlijnen van data tussen stakeholders. Juist daar maakte CL2M het verschil: door informatie continu te laten circuleren ontstaat niet alleen inzicht, maar ook onderlinge afstemming.

De sessie eindigde met een discussie over eigenaarschap van data, integratie in bestaande werkprocessen, en de rol van opdrachtgevers bij het activeren van deze manier van werken. De conclusie: technisch is veel mogelijk, maar de organisatie eromheen is bepalend voor succes.

We werkten met modulair ontworpen objecten zoals brugdelen en tunnels, voorzagen die van unieke ID’s en verbonden ze met real-time data via platforms als Azure IoT. In Navisworks visualiseerden we live de prestaties van elementen in relatie tot vooraf gestelde grenzen. De hele keten – van ontwerp tot gebruik – werd aan elkaar gekoppeld met behulp van relatief eenvoudige tools. En dat leverde direct inzicht op in veiligheid, prestaties en onderhoudsbehoeften.

Nog steeds relevant

Wanneer we vandaag terugkijken op die toepassing van tien jaar geleden, valt op dat veel van de technische mogelijkheden toen al aanwezig waren. Het daadwerkelijk benutten ervan blijkt in de praktijk nog steeds geen vanzelfsprekendheid. Processen zijn vaak versnipperd, en BIM wordt lang niet overal gebruikt als samenwerkingsmethode. Informatieoverdracht blijft soms afhankelijk van losse bestanden of handmatige controles.

Dat is geen verwijt, maar eerder een constatering. De implementatie van digitale processen blijkt niet alleen een technische uitdaging, maar ook een organisatorische en culturele.

Hoe doen we het nu, en moet het anders?

Tien jaar geleden werden er al stappen gezet die nu nog steeds als vernieuwend worden gezien. Dat roept vragen op: wat hebben we geleerd? Wat zijn de drempels gebleken? En hoe zorgen we ervoor dat bestaande kennis beter benut wordt?

Dit is geen pleidooi voor snelle oplossingen, maar een uitnodiging om met een open blik terug én vooruit te kijken. De geschiedenis van BIM is nog volop in beweging – en misschien kunnen we er meer uit halen dan we denken.

Hoe kunnen we jou helpen in projecten?

BIM Engineering

Een gestructureerde vertaalslag van ontwerp naar een maakbaar, uivoerbaar model

BIM Coordination

Een model, meerdere disciplines – volledig afgestemd, clashvrij en gestructureerd.

Data Engineering

Van ruwe data naar bruikbare inzichten en informatiestromen vanuit BIM modellen.

Project Intelligence

Koppel data aan projectdoelen voor onderbouwde sturing en besluitvorming.